top of page

Lenny Kuhr - Oog in Oog

  • fwgerritsen
  • 7 jun 2024
  • 3 minuten om te lezen

Opa kijk ik vond op zolder # 24

©CNR 1982

Zwoel, serieus en engelachtig. Zo staat Lenny Kuhr afgebeeld op de voorkant van Oog in Oog. Een volwassen vrouw, een krachtige vrouw, een vrouw. Een andere vrouw dan de Lenny Kuhr die in 1969, op achttienjarige leeftijd, met het nummer “De Troubadour” het Eurovisie songfestival won. We zijn 13 jaar verder, Kuhr is 32, acht albums verder en toe aan een “moderner geluid” en “dramatischer en doorleefdere teksten”.

 

Die teksten komen van de legendarische Herman Pieter de Boer, met wie Kuhr in 1981 een verhouding kreeg. Steevast worden zij in berichtgeving aangeduid als elkanders “levensgezel”. Het is vooral opvallend dat praktisch alle kranten de twee zo aanduiden. Levensgezel. Ik heb nog nooit iemand horen praten van diens levensgezel. Er gaat een soort lotsbestemming uit van dat woord. Levensgezel. Mijn generatie is te huiverig om in zulke definitieve termen over een partner te praten, ongeacht van hoe verliefd men is. En dat het duo Kuhr-De Boer nogal verliefd is, is duidelijk te horen op Oog in Oog, een plaat die de vraag “Welke smaak liefde heeft u het liefst?” beantwoord met “ja”.

 

Een kleine opsomming van de hoofdonderwerpen van de nummers op de plaat: verboden liefde, gedroomde liefde, verloren liefde, argwanende liefde, voorbestemde liefde, verliefd zijn, leven met te weinig liefde, geliefd worden en liefde die nooit mocht zijn. De enige uitzondering op dit thema is het slotnummer “Overal en Nergens Thuis”, een kleine reflectie op een levensloop, waarin de zangeres in abstracte termen terugkijkt op gemaakte keuzes. In het tweede couplet komen we er, verrassend genoeg, achter dat de liefde in haar leven een grote rol speelde.

 

De vraag die gesteld moet worden in dit kader is deze: waar ligt de grens tussen coherentie en monotonie? Of, simpeler geformuleerd, waar ligt de grens tussen samenhangend en saai? Aan de ene kan willen we dat onze favoriete artiesten een duidelijke “sound” hebben en dat ze daar vooral niet teveel van afwijken. Cliché zijn de klachten van artiesten wier pogingen tot innovatie resulteren in boe geroep. Een boze fan maakte in 1966 Bob Dylan zelfs uit voor Judas toen de muzikant op een elektrische gitaar speelde in plaats van een akoestische. Aan de andere kant is een plaat met nauwelijks van elkaar verschillende deuntjes niet iets waar we heel gauw warm van worden. Met te weinig gebrek aan variatie wordt een plaat echter vrij snel onopvallend en eentonig. Radiovoer voor de onoplettende automobilist. Misschien dat we de eerste keer dat we de goochelaar een konijn uit een hoed zien toveren nog wel geboeid zijn, maar een herhaling van de truc met een ander kleur konijn, of uit een ander soort hoedje zal weinig effect sorteren. Voor Judas zal de goochelaar niet worden uitgemaakt, maar Judas onderscheidde zich ten minste nog, deze goochelaar is een van de andere apostelen, waarvan iedereen de naam vergeten is.

 

In het geval van Oog in Oog vrees ik dat Lenny elf keer een konijn uit een andere hoed aan het trekken is. Zowel muzikaal als tekstueel valt de plaat in de categorie ‘zorgeloos nietszeggende pop’. Die categorie moet er ook zijn, we zijn niet altijd in de stemming voor zorgen of veelzeggendheid, maar van Herman Pieter de Boer had ik op ietsje meer gehoopt. De Boer schreef onder meer iconische nummers als “Oh Waterlooplein”, “Laat me”, “Op een onbewoond eiland” en “Annabel” en tal van korte verhalenbundels die sinds ik klein ben bij mijn ouders, en inmiddels ook bij mij, in de kast staan. De Boer was een geoefend schrijver die het vermogen had om met lichte pen gevoelens en mensen haarscherp, en vaak ook nog humoristisch, af te tekenen. Die kant van De Boer horen we helaas niet echt op deze plaat. Maar ja, hij schreef ook meer dan 700 nummers en haast 40 verhalenbundels. Moet hij 700 keer hetzelfde doen? Ben ik net als de fans van Bob Dylan in 1966? Wil ik gewoon dat De Boer precies het kunstje herhaalt dat ik van hem ken en verder niets? Is mijn milde teleurstelling boegeroep naar de pick-up? Als dat het is dan hoort noch mij, noch Lenny mijn kreten. Lenny en Herman zijn meer met elkaar bezig dan met mij. Dat is misschien de enige liefde die ontbreekt op de plaat: dove liefde.

 

Oordeel

Omslag:

3 engelachtige blikken


Inhoud:

1 konijn uit vijf verschillende hoeden



Oordeel zelf



 

 
 
LPbackground3.jpg

Eerder luisterden we...

"Is het kunst of mag het weg?"

bottom of page