Bob Scholte - Beter dan Best
- fwgerritsen
- 23 mei 2024
- 3 minuten om te lezen
Opa Kijk ik Vond op Zolder # 23

“Bij zijn overlijden op ruim 81-jarige leeftijd,” schrijft Henk van Gelder in het Biografisch Woordenboek van Nederland “was Bob Scholte voor het grote publiek een vrijwel vergeten artiest.” Een vrij schril contrast, als je het mij vraagt, met een artiest die meer dan tweeduizend grammofoonplaten inzong en bij wiens 50 jarig jubileum praktisch alle kopstukken van het Nederlands zang- en kleinkunstleven kwamen opdraven, alsmede de burgemeesters van Amsterdam en Antwerpen. Aan de andere kant lijkt vergeten worden een cruciaal onderdeel van een beroemd Nederlands artiest zijn. Enkele weken geleden nog, merkten we op dat zelfs van de grote Toon Hermans uiteindelijk slechts een schaduw overblijft. Waaruit we de simpele conclusie kunnen trekken dat als men in Nederland nog weet wie je bent, je simpelweg niet groot genoeg bent.
Groot was Bob Scholte zeker, meer dan groot. Nadat hij als 14 jarige debuteerde in Carré als jongenssopraan belandde hij via allerhande baantjes en variété optredens in 1931 bij de AVRO. Daar werd hij deel van het populaire programma De Bonte Dinsdagavondtrein en zong hij iedere avond, om vijf voor twaalf, het lied “Goedenacht en Welterusten”, het afsluitlied van de AVRO. Groot was Bob Scholte zeker, meer dan groot. Een juffrouw schreef in 1966 nog aan het Nieuw Israelitisch Weekblad nog dat zij in de jaren ’30 iedere avond om kwart voor twaalf de wekker zette zodat ze Scholte voor het slapengaan “Goedenacht en Welterusten” kon horen zingen. Ja groot was Bob Scholte zeker, meer dan groot. Zo groot dat hij tijdens de oorlog meerdere keren van onderduikadres moest verhuizen omdat de kinderen tegen hun vriendjes opschepten over de beroemde onderduiker die ze in huis hadden.
Horen we wat van die grootsheid op Beter Dan Best, een verzamel LP uit 1973 waarvoor Scholte zijn grootste successen opnieuw inzong? Het korte antwoord is “Nee…?”. Ik weet niet zo goed hoe ik dit zeggen moet maar Bob Scholte kan niet zo goed zingen. Zeker bij zijn uithalen heeft Scholte een soort geknepen keelklank, die haast aan Kermit de Kikker doet denken. Dat bedoel ik zuiver als beschrijving, niet om de beste man af te kraken (NB: afkraken deed de plaat zelf al genoeg, want hij was behoorlijk bekrast, maar dat is een ander verhaal). De kans is aannemelijk dat wanneer u die klank voor het eerst hoort u, net als ik, in verschrikking een gelaatsuitdrukking aanneemt die je aan zou nemen als je Scholtes stemgeluid zou willen imiteren. Scholtes reguliere zangstem klinkt prima, maar ieder nummer heeft wel een moment van uithaal waarbij je de neiging krijgt even om je heen te kijken of er geen verborgen camera’s zijn. De uitspraak dat Scholtes stem “nog steeds respect afdwingt”, zoals een recensent van Tubantia in ’73 schreef, kan ik niet goed plaatsen.
Er zijn zeker wel nummers op de plaat waar interessante interactie is tussen stem, tekst en muziek. Scholtes versie van “Mijn Yiddische Memme” bijvoorbeeld, straalt een bepaalde donkere warmte uit, en Scholtes stem vervlecht zich op zwierende wijze door de bandoneonmuziek. Maar tegelijkertijd, als ook in het zomers klinkende “Vier woorden”, zijn er een of twee momenten in het nummer waarop Scholtes stem uit de bocht schiet en de magie plots verbroken wordt. Je zou bijna denken dat Scholte, die met duidelijk bezweette bovenlip op de hoes van de plaat is afgebeeld, simpelweg de hele opname heeft gesnakt naar een slokje water.
Als Beter dan Best echt een representatief beeld geeft van Scholtes kwaliteiten als zanger dan mag Scholte wat mij betreft in de vergetelheid blijven liggen. Maar zoals we hebben vastgesteld: vergeten worden als Nederlands artiest betekent simpelweg dat je écht groot was. Tweeduizend platen en desalniettemin uit het geheugen verdwijnen… de huidige generatie muzikanten die de top 40 bestormt kan er alleen maar van dromen.
Oordeel
Omslag:
2 lege plastic waterflesjes

Inhoud:
2 Kermit de kikkers

Oordeel zelf