top of page

Max Tailleur – Doofpotpourri

  • fwgerritsen
  • 11 sep 2023
  • 4 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 9 nov 2023

Opa kijk ik vond op zolder #5

Onlangs had ik een gesprek met een paar Nederlanders en een paar expats waarbij toevallig het woord ‘knullig’ ter sprake kwam. We deden collectief een poging om uit te leggen dat knullig zoveel betekent als houtje-touwtje en amateuristisch, maar toch ook vertederend en schattig in al zijn simpele lulligheid. Zulke gesprekken kun je uren voeren en je weet nooit of de persoon aan wie je het woord trachtte uit te leggen, het ook echt begrepen heeft. Misschien is dat ook wel onmogelijk. Voor sommige woorden moet je gewoon gevoel opbouwen. Die zijn niet zo eenduidig als ‘koffiekan’ of ‘stoel’ maar brengen een hele golf aan associaties en gevoelens met zich mee.


Ik heb dat ook met het woord ‘mop’. En al helemaal met de term ‘moppen tappen’. Dat is ook iets heel Nederlands voor mijn gevoel, een mop tappen. Bij die uitspraak moet ik altijd denken aan mannen die vlak na de clue driftig met hun elleboog in je zij prikken. Of aan mensen die bij hun eigen mop zo hard moeten lachen dat ze niet doorhebben dat het publiek twee zinnen geleden al is afgehaakt. Maar ik denk ook aan mannen (het zijn altijd mannen in mijn belevenis) die een heel reportoire aan moppen hebben. Die echt moppen kunnen tappen. Tappen. Als biertjes. Je schenkt er één in. Je laat ‘m even rusten. Je gaat door naar de volgende. Nu komt er een man bij de slager, daarna komt er een vrouw bij de tandarts, direct gevolgd door een giraffe in de kroeg.


Moppen zijn ontzettend knullig. Ze zijn houtje-touwtje, flauw, vergezocht, onzinnig en maken door je neus zuchten terwijl je zachtjes je hoofd schudt. Maar ze hebben soms ook iets. Misschien zijn ze toch wel goed gevonden en moet je toch een beetje lachen, ook al vind je niet dat de mop beloond dient te worden. De meeste mensen, mij meegenomen, hebben een haat-liefde verhouding met moppen, want hoe slecht we de mop ook mogen vinden, de beste mop is de mop waar je niet om wilt lachen, maar tóch om lachen moet.


Aan al die dingen moest ik denken bij deze 10” LP van de Nederlandse moppenkoning: Max Tailleur. Ik wist niet dat Nederland een moppenkoning had, maar dat zegt niet zoveel; na enig gegoogle kwam ik er zojuist achter dat Nederland ook een Stoffenkoning, een Kruidenkoning, een Schuimrubberkoning en een Vleeskoning heeft (geen gordijnenkoning overigens, dus misschien dat u daar nog op kunt solliciteren als u die positie ambieert. Vermoedelijk heeft u in dat geval ook al voldoende stof klaarliggen voor een mantel). De moppenkoning van Nederland verkocht volgens Wikipedia tussen 1953 en 1988 zo’n 1,6 miljoen moppenbundels. Dat belooft veel goed dus, laten we eens luisteren.


Max mompelt zijn moppen een beetje en komt over als een goedbedoelde trek-eens-aan-mijn-vinger opa. De ene na de andere mop vliegt eruit, hier zijn er een paar:


Er komt een vrouw een militair tegen met een stok. Zegt de vrouw “wat is er, bent u gewond?” “Ja,” zegt de man, “ik ben geraakt in de Dardanellen.” “Oh,” zegt de vrouw, “dan zal u wel last hebben met zitten.”


Moos rijdt ’s avonds met zijn auto over het Rembrandtplein. Hij gaat van links naar rechts, slingert over de weg en hij wordt aangehouden door een agent. Die zegt “meneer, u moet uitstappen want u bent dronken.” Dus Moos stapt uit en zegt “ik ben dronken? Moet u eens opletten?” Moos gaat op zijn handen staan en loopt op zijn handen zo om de auto heen. “Nou,” zegt die agent, “ik dacht dat u dronken was maar het lijkt van niet dus rijdt u maar door.” Dus Moos stapt terug zijn auto in, zegt zijn vrouw tegen hem “dat heb ik je nou nog nooit zien doen.” “Ja,” zegt Moos, “dat trucje kan ik alleen als ik dronken ben.”


Moos valt uit zijn raam van drie hoog op straat. Zo hup naar beneden. Allemaal mensen om hem heen die komen kijken of alles in orde is. Komt er een agent aan die zegt “wat is er gebeurd?” Zegt Moos “ik weet het niet, ik ben hier ook pas net.”


Twee hengsten komen elkaar tegen op straat, zegt de ene tegen de ander “Je hebt allemaal wallen onder je ogen, hoe komt dat?” “Ja,” zegt die hengst, ik heb al een week geen oog dicht gedaan. Zegt die ander “hoe komt dat?” “Tja,” zegt die andere hengst, “nachtmerries.”


Ik pak er nu gewoon een paar uit, maar Max vertelt er zo’n 80 en na iedere mop ligt het publiek hoorbaar op de grond van het lachen. Ik bedoel niveau gillende keukenmeiden, stampen op de tribunes.


Zelf kon ik gewoon op mijn stoel blijven zitten.


Er gebeurde iets geks. Om de meeste van Max zijn moppen moest ik hoogstens een klein beetje lachen, anderen iets harder, sommigen niet en een aantal kon ik simpelweg niet volgen omdat Max door zijn reportoire schiet alsof hij eigenlijk de trein moet halen, maar toch nog één biertje langer blijft. Maar wat overduidelijk werd is dat iedereen daar in dat zaaltje in Amsterdam in 1956 een prachtige avond had. Je luistert naar een doorgewinterd moppentapper. Vakmanschap. Daar kwamen de mensen de deur voor uit. En dat is zelfs op een opname van meer dan 60 jaar oud nog goed te begrijpen.


Voor de inhoud hoeft Max Tailleur wat mij betreft niet uit de vergetelheid worden gered. Het is de vraag of hij daar überhaupt verkeert want als auteur van tientallen moppenboeken dwaalt zijn geest waarschijnlijk nog steeds rond in kantoren, bruine kroegen, bouwwerkplaatsen, garages, toiletten, vrijgezellenfeesten, ‘leuke’ powerpoints in kettingmails (bestaan die nog?), verjaardagen van grootouders en noem zo maar op. Maar de vorm is zeker de moeite waard. Dit is de geschiedenis van het Nederlands cabaret: professionele knulligheid. Daar kom ik nog steeds graag de deur voor uit.


Oordeel


Omslag:

2 Dove Potten

Inhoud:

1 jood, 1 christen en 1 moslim die de kroeg binnenlopen

Oordeel zelf



 
 
LPbackground3.jpg

Eerder luisterden we...

"Is het kunst of mag het weg?"

bottom of page